Ik moet hebben gedacht: ‘dat wil ik ook, dan vaar ik een stuk sneller’. Vervolgens heb ik uit een stuk oranje bouwzeil een driehoek geknipt, met lijnen aan elkaar geknutseld en op mijn Optimist vastgemaakt. Het zag er natuurlijk niet uit en mijn vader vroeg: ‘Wat ben jij nou aan het doen?’ Hij was in die tijd al in een windtunnel aan het testen en nam een echte spinaker voor me mee. Ook de neerhouder van de giek vond ik niet optimaal en toen heb ik een stuk elastiek gekocht om alle rek eruit te halen. Dat werkte voor geen meter, maar ik bleef proberen een andere manier te vinden waar ik voordeel uit kon halen. Innoveren en ontwikkelen is voor mij altijd wel een ding geweest.
Tijdens de laatste Olympische Spelen ben ik, als lid van TeamAllianz, vierde geworden in de Finn-klasse. In de voorbereiding wilden we masten testen. De mast van Nederlandse makelij was prima voor licht weer, maar in Zwitserland werd een mast gebouwd die meer geschikt leek voor zwaarder weer. De twee beste masten bouwers. ‘Maar welke mast zou allround voor mij qua zeilstijl de beste zijn? En wat is dan de meest betrouwbare manier om ze met elkaar te vergelijken?’, vroegen we ons af. De Zwitserse mast hebben we toen op een identieke boot geplaatst en vervolgens zijn we met twee boten tegelijk het water op gegaan. Halverwege zijn we overgestapt om onder gelijke wind- en wateromstandigheden te ervaren welke mast het beste zou passen. Mijn vader en mijn coach gaven hun mening en ik voelde hoe het matchte met mijn gewicht en techniek.