Beleggings­verzekeringen

Deze algemene informatie is opgesteld door het Verbond van Verzekeraars. Het doel is om jou een algemeen beeld te geven van wat een beleggingsverzekering is. Ook willen wij jou wijzen op enkele belangrijke aandachtspunten en op de risico’s van beleggingsverzekeringen. Met behulp van deze informatie kan je de verschillende producten van verzekeraars beter begrijpen en met elkaar vergelijken.

In goed overleg met de Ombudsman Financiële Dienstverlening heeft Allianz een regeling opgesteld over de financiële tegemoetkoming voor beleggingsverzekeringen van Allianz en Universal Leven. Hieronder kan je alle relevante informatie terugvinden.
Het kan voorkomen dat je met jouw beleggingsverzekering niet het doel haalt dat je voor ogen had, bijvoorbeeld door tegenvallende beleggingsresultaten. Zo is het mogelijk dat je niet genoeg kapitaal opbouwt om bijvoorbeeld je hypotheek af te lossen. In dat geval adviseren wij je dringend om een afspraak te maken met je financieel adviseur voor een hersteladvies. Je financieel adviseur vertelt je dan welke maatregelen je het beste kunt nemen om vervelende financiële verrassingen te voorkomen. Meer weten? Bekijk de veelgestelde vragen over hersteladvies.

Een beleggingsverzekering is een levensverzekering waarbij de verzekeraar jouw premies – na aftrek van kosten en risicopremies – belegt. Op de einddatum van de verzekering keert de verzekeraar de waarde uit van de beleggingen op dat moment. Bij een beleggingsverzekering wordt altijd geregeld wat de uitkering is bij overlijden. Beleggingsverzekeringen worden vaak gebruikt voor het aflossen van een hypotheek of voor een oudedagsvoorziening.

Bij veel beleggingsverzekeringen kan je de premie per maand, kwartaal of jaar betalen. Er zijn ook verzekeringen met een éénmalige premiebetaling. Dit noemen we een koopsom.

De hoogte van de uitkering op de einddatum van de verzekering hangt af van de waardeontwikkeling van de beleggingen. Als de waarde stijgt, dan krijg je een hogere uitkering. Daalt de waarde van de beleggingen, dan krijg je een lagere uitkering. Je weet dus niet zeker hoe hoog jouw uitkering zal zijn. Je loopt een beleggingsrisico.

Er zijn beleggingsverzekeringen die op de einddatum een bepaald minimum bedrag uitkeren of waarbij een minimum rendement is gegarandeerd. Daarbij gelden wel speciale voorwaarden. Bijvoorbeeld dat je premies in een bepaald fonds moeten worden belegd. Meestal gaat een minimum garantie ten koste van het rendement dat je kan behalen.

Je hebt verschillende beleggingsmogelijkheden. Je kan beleggen in aandelenfondsen, obligatiefondsen, rentefondsen, en dergelijke. Dit kan ook een combinatie zijn. Het is belangrijk dat je beleggingskeuze aansluit bij het beleggingsrisico dat je wilt lopen. Het aantal beleggingsmogelijkheden waaruit je kan kiezen, kan variëren. Soms kan je alleen beleggen in fondsen die de verzekeraar zelf beheert. Soms kan je kiezen uit een ruimer aanbod van beleggingsfondsen van een andere fondsbeheerder (beleggingsinstelling).
  1. Overlijdensrisico. Bij iedere beleggingsverzekering is geregeld wat er gebeurt bij overlijden. Je kan afspreken dat de verzekeringsmaatschappij een uitkering doet als je overlijdt vóór de einddatum van de verzekering. Meestal kan je zelf kiezen hoe hoog deze uitkering moet zijn. 

    De uitkering bij overlijden kan een bepaald minimum bedrag zijn. Dit zien we vaak bij beleggingsverzekeringen die zijn bedoeld om een hypotheek mee af te lossen. Zo kan je er voor zorgen dat de hypotheek ook in geval van overlijden kan worden afgelost. De verzekeraar moet bij overlijden dan meestal meer uitkeren dan de waarde van de beleggingen op dat moment. Voor die overlijdensrisicodekking betaal je een premie. Het is mogelijk dat de hoogte van die premie afhangt van de waarde van de beleggingen. Als de waarde stijgt, ga je minder premie betalen. Maar daalt de waarde van de beleggingen, dan ga je meer premie betalen. De premie voor het overlijdensrisico kan zo een effect hebben op de waardeontwikkeling van je verzekering.

    Er zijn ook beleggingsverzekeringen waarbij de uitkering bij overlijden kleiner is dan de waarde van de beleggingen op dat moment. Vaak is zelfs mogelijk om af te spreken dat de verzekeraar bij overlijden in het geheel geen uitkering doet. In die gevallen houdt de verzekeraar bij het overlijden geld over. Daarom brengt de verzekeraar bij die verzekeringen geen overlijdensrisicopremie in rekening, maar wordt er een bonus toegevoegd aan de beleggingen. Dit heeft een gunstig effect op de waarde van de verzekering. In schema 2 is deze situatie weergegeven met de pijl omhoog van overlijdensrisicopremie naar beleggingen.

  2. Premievrijstelling bij overlijden. Bij sommige beleggingsverzekeringen, waarbij de uitkering is bestemd voor (klein)kinderen, is het mogelijk om een extra overlijdensrisicodekking te verzekeren. Dit betekent dat de verzekeraar de betaling van de premie overneemt als je vóór de einddatum van de verzekering overlijdt. De verzekeraar keert op de einddatum van de verzekering de waarde van de beleggingen uit aan je (klein)kinderen.

  3. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Bij sommige beleggingsverzekeringen kan je ook het risico van arbeidsongeschiktheid meeverzekeren. Dit betekent dat de verzekeraar de betaling van de premie (gedeeltelijk) overneemt als je arbeidsongeschikt wordt. Op de einddatum van de verzekering keert de verzekeraar de waarde van de beleggingen uit.

  4. Minimum uitkeringsgarantie. Bij sommige beleggingsverzekeringen kan je met de verzekeraar een minimum uitkering of een minimum rendement op de einddatum afspreken. In sommige gevallen wordt hier ook een premie voor in rekening gebracht.
  1. Bij alle beleggingsverzekeringen brengt de verzekeraar kosten in rekening. Ook zijn er kosten verbonden aan het beleggen. Hierna leggen we uit welke kosten een rol kunnen spelen.
  2. Kosten van de verzekeringsmaatschappij. Dit zijn onder andere kosten voor het bedenken van de verzekering, het verkopen en administreren ervan en het verstrekken van informatie tijdens de looptijd van de verzekering.
     
  3. Aan- en verkoopkosten. Dit zijn kosten die de verzekeraar maakt om beleggingen te kopen en te verkopen.
     
  4. Kosten bemiddelaar of verzekeringsadviseur. Als je een verzekering koopt via een bemiddelaar of verzekeringsadviseur, dan ontvangt deze een vergoeding van de verzekeraar. Dit is de provisie. Om de provisie te kunnen betalen houdt de verzekeringsmaatschappij kosten in op jouw verzekering.
     
  5. Beheerkosten. Dit zijn de kosten voor het beheer van de beleggingen. De fondsbeheerder brengt deze niet apart in rekening, maar verrekent deze met de koers van jouw beleggingen. Er zijn ook verzekeringen waarin deze kosten op de premie in rekening worden gebracht.

Verzekeraars brengen kosten en risicopremies op verschillende manieren in rekening. De verzekeraar kan de kosten direct aftrekken van de premie die je voor de verzekering betaalt. Het geld dat overblijft wordt gebruikt om te beleggen.Dit is weergegeven in schema 1 onderaan deze pagina.

Het is ook mogelijk om de kosten en risicopremies met de beleggingen te verrekenen. (Zie schema 2 onderaan deze pagina) Dat gebeurt door een deel van de beleggingen te verkopen. Ook combinaties van beide methoden komen voor.

In de afbeeldingen onderaan de pagina hebben we de kosten voor de verzekeringsmaatschappij en de kosten voor de provisie beschreven. Deze kosten zijn te verdelen in eerste kosten en doorlopende kosten. Dit onderscheid is belangrijk voor het geval je de verzekering vóór de einddatum zou willen beëindigen. Overigens maken verzekeraars niet altijd een onderscheid tussen deze kosten.

Doorlopende kosten zijn bijvoorbeeld de kosten voor de administratie en het verstrekken van informatie tijdens de looptijd. Doorlopende kosten worden gedurende de hele looptijd van de verzekering in rekening gebracht.

Onder eerste kosten worden veelal verstaan de kosten voor het adviseren en verkopen van de verzekering, het invoeren van de verzekering in de administratie en het verstrekken van de polis. De eerste kosten worden vaak tijdens de eerste paar jaar van de looptijd in rekening gebracht. Je betaalt dan tijdens de eerste periode meer kosten dan daarna. Hierdoor is er in die periode minder geld beschikbaar om te beleggen. Als je de verzekering tussentijds beëindigt, kan de verzekeraar eventueel ook de eerste kosten die je nog niet hebt betaald in één keer in rekening brengen. 

Een beleggingsverzekering is bedoeld voor de lange termijn. Als je een beleggingsverzekering neemt, spreek je met de verzekeraar af hoeveel jaar de verzekering duurt. Je mag jouw beleggingsverzekering vóór de einddatum beëindigen. Dit noemen we afkopen. Het voortijdig beëindigen van een beleggingsverzekering kan een financieel nadeel opleveren. Er zijn hiervoor verschillende oorzaken. Een oorzaak is dat de eerste kosten in de beginjaren hoger zijn dan in de latere jaren. Daardoor wordt in het begin van de verzekering minder belegd dan daarna. Een andere oorzaak kan zijn dat de eerste kosten die nog niet volledig zijn betaald, bij afkoop in één keer in rekening worden gebracht. 

Als je jouw beleggingsverzekering dus kort na het begin stopt, kan je uitkering extra laag zijn. Daarnaast kan de verzekeraar kosten in rekening brengen voor de administratieve verwerking van de afkoop. Hier moet e goed over nadenken als je een beleggingsverzekering neemt. En als je jouw beleggingsverzekering eerder wilt stoppen, kan je aan je verzekeraar of je verzekeringsadviseur vragen hoe hoog je uitkering op dat moment zal zijn. Ook kunnen zij aangeven welke andere mogelijkheden er voor je zijn.

Wil je jouw verzekering beëindigen? Vul je gegevens in op dit formulier.

Na ontvangst van dit verzoek sturen wij je zo spoedig mogelijk een mutatieoverzicht bij afkoop toe.