Welke opties heb ik voor een auto van de zaak?

Voor jouw werknemers zijn de opties van een auto van de zaak beperkt. Rijdt jouw werknemer minder dan 500 kilometer privé met de zakelijke auto? En kan hij of zij dat ook aantonen? Dan geldt er geen bijtelling. In dat geval heeft jouw werknemer dus geen kosten voor de auto van de zaak. Rijdt de werknemer meer dan 500 kilometer privé, dan komt de Belastingdienst met een afrekening. 

Dezelfde grens van 500 kilometer privé geldt ook voor jouw zakelijke auto. Maar als ondernemer krijg je niet te maken met de bijtelling, maar wordt jouw auto gerekend tot het ondernemingsvermogen. Het woon-werkverkeer telt overigens mee als zakelijk verkeer. Overleg met jouw accountant wat voor jou de beste optie is. De vuistregel is dat als je weinig zakelijk rijdt, je de auto het beste op naam van jouw bedrijf kunt zetten. Dat geldt ook als je een relatief dure auto van de zaak rijdt.

De keuze om jouw auto te rekenen tot jouw ondernemings- of privévermogen is in principe eenmalig. Je kunt later de keuze wel omdraaien, maar alleen in bijzondere situaties. Daarover lees je meer op de site van de Belastingdienst. Je kunt jouw keuze herzien als jij een nieuwe auto aanschaft. 

Drie handige tips voor de auto van de zaak:

• Kies je ervoor om een auto te leasen in plaats van te kopen? Dan betaal je iedere maand een vast bedrag. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor een auto van de zaak. Je mag de kosten aftrekken en houdt rekening met het privégebruik. En je kunt de btw aftrekken als voorbelasting.
• Rijden jouw werknemers in een leaseauto? Maak hen dan duidelijk of de auto wel of geen onderdeel is van het loon. Leg de voorwaarden en afspraken daarover goed vast.
• Mogen jouw werknemers een bedrijfsauto ook privé gebruiken? Bijvoorbeeld een bestelauto gebruiken voor een verhuizing? Dat kan gevolgen hebben voor de belastingen. Hier lees je er meer over.