Blog / Preventie | 23 Februari 2024

Aan de slag met rijstijldata: start met de basics

Auteur: Tim Swanborn

We weten dat de inzet van rijstijldata leidt tot veiliger en duurzamer rijgedrag, en ook weten we dat het aantal schades op de lange termijn daarmee afneemt. Alleen moet je daar als organisatie wel wat voor doen. Te vaak zie ik dat er alleen kastjes met software in bedrijfswagens worden geïnstalleerd, en daarmee is de kous af. Data verdwijnt in het archief, of wordt compleet verkeerd geïnterpreteerd. Wil je rijstijldata succesvol inzetten, dan heb ik het volgende advies aan je.
Neem je chauffeurs vanaf de start mee in het proces bij de implementatie van rijstijldata. Zij zitten immers dagelijks achter stuur en moeten de resultaten voor je opleveren. Zorg dat je open bent over je de doelstellingen. Wil je met de inzet van data juist geld besparen, zuiniger rijden stimuleren of schades voorkomen? Maar ook, wat verwacht je van de chauffeur bij de implementatie, het proces en de planning van rijstijldata? Daarnaast moeten alle betrokkenen weten wat je wil doen met de resultaten. Publiceer je deze, zo ja waarom en waar? Zo nee, hoe ga je er dan mee om, en wat zijn de eventuele gevolgen voor de chauffeur bij opmerkelijke resultaten? Kortom, wees je ervan bewust dat de implementatie van rijstijldata in jouw organisatie een grote impact heeft op zowel het werk van de chauffeur, als ook organisatie breed (lees: ESG, duurzaam ondernemen, emissie eisen, CO2 Footprint, verzekerbaarheid, etcetera.).
Als er een ‘mentor’ organisatie in jouw bedrijf is, betrek deze collega’s er dan intensief bij. Wanneer ook de mentoren de rijstijldata accepteren en omarmen, gaat het verdedigen en instrueren naar de chauffeurs beter en draagt dit bij aan een goede acceptatie van het gebruik van data. Deze acceptatie draagt op zijn tijd weer bij aan het behalen van de gestelde doelen. Een mentor organisatie kan de meest ervaren chauffeur zijn of de ondernemer zelf. Belangrijk is dat ‘onder presterende’ chauffeurs goed begeleid worden, en dat ‘goed presterende’ chauffeurs weten dat ze op de juiste weg zitten door hen dat te vertellen. Dat motiveert chauffeurs en maakt ze ambassadeurs van de inzet van rijstijldata.
Het advies dat ik altijd geef is dat de softwareleverancier en/of de chauffeur zelf niet bepaalt wat ‘goed rijden’ is. De ondernemer, wagenparkbeheerder, mentororganisatie en/of chauffeur commissie bepaalt hoe er met een voertuig gereden moet worden, en wanneer de rijstijldata ‘goed’ of ‘fout’ is. Hoe doe je dat in de praktijk? Laat een gekozen chauffeur, onder de juiste praktische omstandigheden, een rit rijden. Dat resultaat is de standaard waaraan iedere chauffeur moet voldoen. Ook als dat betekent dat de softwareleverancier hiervoor aan de knoppen moet draaien. Ik zie te veel rijstijldata afwijken van de dagelijkse praktijk, met alle gevolgen voor de houding en acceptatie van de chauffeurs.

In de ‘last mile delivery’ zien we dat bijna 100% van de markt werkt met rijstijldata en dat de organisatie eromheen strak georganiseerd is. Ook wordt de inzet van rijstijldata door chauffeurs volledig geaccepteerd. Er is zelfs een onderneming waar men bij positieve rijstijldata een bonus geeft op het salaris, en dat geeft de chauffeur dan weer een boost om zijn ritten veilig en duurzaam te houden.

Rijstijldata kan dus absoluut bijdragen aan veiliger rijgedrag en werkt preventief, mits(!) er transparant, zorgvuldig en nauwkeurig mee wordt omgegaan. Allianz beschikt over de expertise om jouw organisatie verder te helpen op dit gebied. Onze mensen hebben een achtergrond in de voortgezette -en specialistische rijopleiding en bezitten daarmee over de kwaliteiten om ervaren chauffeurs te trainen en te coachen.

Bekijk ook onze preventie videos.
Vanaf februari publiceer ik - naast collega bloggers Herbert-Jan van Dijk, Etna Jongsma en Erik Boertjes - regelmatig content met relevante inhoud voor klanten en partners op de website van Commercial Motor en mijn eigen zakelijke LinkedIn.